Help, ik moet debatteren!

Beginnen jouw benen te trillen wanneer bij Nederlands een discussie wordt aangekondigd? Breekt het zweet jou uit bij het woord ‘Lagerhuisdebat’ en krijg je geen woord uit je keel op het moment dat je eigenlijk je tegenstander de grond in moet argumenteren? Welkom bij de club. Ik ben ervaringsdeskundige in deze ongemakkelijke situaties en geef je graag wat advies!

Mijn trauma’s

Het vak maatschappijleer vond ik superinteressant, maar tegen een ding zag ik op: het discussiëren. We deden het zo vaak! De docent gaf ons wel eens muntjes als je een goed argument had, of überhaupt iets zei – ik heb nooit een glanzend vijfcentje gekregen. *insert zielige violen* Ik moest wel eens wat zeggen, en mijn startbetoog (voordat iemand iets had gezegd) ging dan prima, maar zodra mensen tegenargumenten moesten noemen kwam ik niet verder dan: ‘Eh… Ja, dat klopt eigenlijk wel. Hmm, ja, ik ben het daar ook wel mee eens. Eigenlijk. Kuch.’ Daarna viel er een ongemakkelijke stilte en probeerde de docent me aan te sporen om dieper na te denken, maar alles wat nog in mijn hoofd klonk was: grond, open u! Dus ja. Mijn debatervaringen zijn lichtelijk traumatisch. Herkenbaar?

Schrijf het op

Gelukkig heb ik ervan geleerd. Zo ontdekte ik dat ik op Whatsapp prima kan discussiëren en in blogs als deze een sterk betoog kan schrijven. De oorzaak? Tijd. Tijd om na te denken, dingen op te zoeken en je zinnen op een goede manier te formuleren. Tip 1 is dus: neem de tijd in je debat. Oké, ik heb net zelf verteld dat dit reuzelastig is wanneer al die priemende ogen op jou gericht zijn, en ja – dat is een leerproces. Niet geven om wat anderen denken, gewoon GAAN! (Deze mensen vegen ook gewoon hun billen af op de wc.) Ik ben het nog steeds aan het leren, maar het gaat steeds beter. En als je eenmaal succes hebt en scoort met je argument, zul je je steeds een beetje relaxter voelen. Een tweede tip die ik je wil meegeven, is: schrijf je argumenten van tevoren op en leer die uit je hoofd. Niet om ze op te dreunen, maar om houvast te hebben. Oh, en bedenk welke tegenargumenten voorbij kunnen komen! Dan kun je ze écht in de pan hakken.

Bluf

Over een paar weken heb ik zelf een debat. Yay… #not. Het is nog steeds niet zo mijn ding. Maar toen ik weer eens zat te stressen, bedacht ik me dat andere studiegenoten het niet per se beter weten. Het zijn niet allemaal debatexperts, ofzo. En wedden dat zij het ook spannend vinden? Dus… Daar kun je lekker op inspelen (haha, gemeen) door te bluffen! Misschien klopt je argument niet van alle kanten, maar wie zegt dat jouw tegenstanders dat doorhebben? Ter inspiratie voor deze derde tip zou je filmpjes van Trump kunnen kijken (als je maar niet je vingers in zo’n vreemd rondje gaat houden) of liedjes van BLØF kunnen kijken. OOOOH woordgrap!

Enfin – ik wens je heel veel succes! En als je toch peentjes aan het zweten bent – ik sta te duimen voor je. You can do it!

Heb jij ook debatteer-stress?