Iedereen mag meedoen!

Bina Chirino is 26 jaar en actief in de politiek: ze is verkiezingskandidaat bij de ChristenUnie. Dat betekent dat ze gekozen kan worden om namens de ChristenUnie in de Tweede Kamer te zitten. Dat is heel bijzonder, omdat ze de jongste is die op de lijst staat bij de partij. Bina zet zich in voor onder andere meer inclusiviteit in Nederland.

 

Over Bina Chirino

Bina Chirino is 26 jaar en ze is voorzitter van de jongerenorganisatie PerspectieF van de ChristenUnie. Ook staat ze dit jaar op de lijst voor Tweede Kamerkandidaat van deze partij. Haar ouders komen uit Curaçao en ze is Rooms-Katholiek opgevoed. Op dit moment studeert ze Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit in Utrecht.

 

Als je nog nooit van dat woord hebt gehoord, is dat helemaal niet raar want het is een lastig woord. Bina legt uit wat ze ermee bedoelt: “Inclusiviteit houdt eigenlijk twee dingen in. Allereerst betekent het dat iedereen die mee wil doen, mee mag doen in de samenleving. Niet iedereen krijgt de mogelijkheid, een eerlijke kans, om mee te doen. Denk bijvoorbeeld aan iemand in een rolstoel of iemand die blind is. Als tweede houdt inclusiviteit in dat er op de plek waar de beslissingen worden gemaakt, de beslissingen mét jou worden gemaakt en niet over jou.”

Beslissingen maken

Het tweede punt – die van beslissingen maken – gebeurt bijvoorbeeld in de politiek. Politici nemen vaak beslissingen over jongeren en voor jongeren, maar niet samen met hen. Dat is op zich logisch, want politiek betekent ‘volksvertegenwoordiging’, dus ze beslissen voor jou. Ze zitten er om voor jou te spreken, ze zijn jouw stem. “Als dat hele andere mensen zijn dan dat jij bent, dan kunnen ze nooit jouw stem vertegenwoordigen. Ze hebben geen idee wie je bent, hoe jouw leven is, waar je voor staat en wat je belangrijk vindt”, legt Bina uit. Als er dus niemand in de Tweede Kamer zit met een andere afkomst dan een Nederlandse, dan is dat niet inclusief. Nederland is een heel veelkleurig land met mensen met verschillende achtergronden en die moeten ook vertegenwoordigd worden. Neem het voorbeeld van de doventolk. In de afgelopen periode is deze goed in de aandacht gekomen. Daarvoor stond je er waarschijnlijk niet eens bij stil dat mensen die doof zijn, niet altijd mee kunnen doen. En nu realiseer je je hoe belangrijk het is dat er doventolken zijn. Wanneer je dus mensen ziet in de politiek die op jou lijken of dezelfde ervaring hebben als jij, dan denk je misschien wel: oh, dus dat kan ik ook.

Een verschil maken

Dat anderen beslissingen maken voor jongeren gebeurt niet alleen in de politiek, dat zie je ook op kleinere schaal, bijvoorbeeld op school. Docenten nemen daar beslissingen die gaan over de ontwikkeling van jongeren, terwijl zij er vaak zelf niks over te zeggen hebben. Bina wil daar verandering in brengen. “Het kan ook voor beide kanten een verschil maken. Voor jou omdat je dan prettiger onderwijs krijgt en voor de docent omdat diegene dan weet dat jij tevreden bent met het onderwijs. Dan kan hij of zij ook datgene doen waar jij naar op zoek bent”, legt ze uit.

Discriminatie

Doordat er te weinig aandacht is voor de mensen die niet mee kunnen doen, is er vaak onbewust sprake van discriminatie. “Dat kan gaan om bijvoorbeeld afkomst of huidskleur. Niemand heeft bedacht dat die mensen ook willen meedoen en dat zij ook een kans moeten krijgen. Mensen met een andere afkomst of huidskleur zijn net zo goed mensen die ertoe doen en gelijkwaardig zijn”, vertelt Bina. “Als je merkt dat er bijvoorbeeld bij je school of je sportclub mensen worden vergeten, dan kun je aankloppen en zeggen: ‘Sorry, maar er is iemand die niet mee kan of mag doen. Wat gaan we doen om dat te veranderen?’

Nu denken de jongeren misschien: hoe moeten wij dat dan doen? Hoe moeten wij ervoor zorgen dat er verandering komt? Het is ook lastig om het goed voor je te zien. Het hoeft echt niet iets groots te zijn, zoals een traplift maken voor iemand die in een rolstoel zit. Het kunnen ook kleine dingen zijn. Als je bijvoorbeeld weet dat iemand zich niet veilig of welkom voelt in de groep en er wordt over die persoon een nare grap gemaakt, zeg daar dan iets van.”

Wil je je omgeving inclusief maken? Begin met je omgeving en kijk of er iemand wordt gepest. Hoe kan je diegene het gevoel geven dat hij of zij er gewoon bij hoort, dat diegene gelijk is aan de rest, dat hij/zij telt en gezien wordt? Bina: “Ik vond het vroeger heel spannend om er iets van te zeggen. Maar als je het maar vaak genoeg doet, dan wordt het elke keer minder spannend.”

Tips van Bina

  • Begin in je eigen omgeving. Dat is waar je ervaring mee hebt en waar je je prettig voelt. Dat is wat je kent.
  • Begin thuis. Gewoon door met je ouders het gesprek aan te gaan over wat je belangrijk vindt.
  • Begin op school of bij je sportclub. Kijk bijvoorbeeld naar de leerlingenraad, of bij je sportgroep. Overal is er wel een groepje dat praat over hoe het allemaal moet, die beslissingen en keuzes maakt.
  • Denk niet dat de ander het beter weet. Dat is vaak niet zo. Jij bent gewoon gelijkwaardig aan de rest. Jij werkt daar ook, of sport daar ook, dus daarin kun je meedoen.
  • Durf te vertrouwen in wat je kunt. Vaak krijgen meiden te horen: ‘stil nu maar, luister eerst maar even’. Heel veel meiden hebben de neiging om eerst te luisteren, want ze denken dat ze het toch niet weten. Maar dat is helemaal niet zo.
  • Begin niet te groot. Je hoeft niet te beginnen in een bestuur, begin bijvoorbeeld gewoon in een appgroepje.

Fotograaf: Anne Paul Roukema