Vervolg zomerverhaal 2020

In ons digitale zomermagazine is een zomerverhaal opgenomen. Hier kun je het vervolg lezen!

Hoofdstuk 5

Als Tess de volgende dag het tuigje rond haar benen strakker aantrekt en naar het klimparcours hoog in de bomen kijkt, heeft ze er heel veel zin in. Dit is helemaal haar ding. Ongeduldig hoort ze de uitleg van de instructeur aan, die vertelt hoe je de zekeringen aan het koord moet klikken en hoe je je balans houdt. Tess staat zowat te springen, Suus daarentegen kijkt moeilijk. “Ik vind het echt heel eng!”, fluistert ze in Tess haar oor. “Aah je kan het wel”, sust Tess haar vriendin. Tess kiest ervoor om gelijk een van de hoogste routes te nemen. Ze laat Suus achter bij Amy, Nola en Lauren die ook niet zulke klimhelden zijn. Samen met de jongens en Ilse begint Tess aan de route.

Tess geniet, hier hoog in de bomen is alles zo rustig en vredig. En de hoogte geeft haar een fijne adrenaline kick. Ze kijkt naar beneden waar ze Eva en Bram ziet zitten, de reisleiders passen op de spullen en drinken koffie. Eva kijkt omhoog en zwaait, Tess zwaait terug. Ze begint vol enthousiasme aan de route. Ze heeft ongeveer hetzelfde tempo als Jonathan die voor haar klimt, dus hebben ze steeds genoeg afstand. Maar Sem die achter haar klimt, is een stuk sneller, waardoor ze regelmatig samen op een plateautje tussen de hindernissen staan. De plateautjes zijn klein, dus staan ze automatisch heel dicht bij elkaar. Af en toe moet Sem ook op haar wachten, wanneer er maar één iemand tegelijk op een hindernis mag.

Tess wordt er zenuwachtig van, hoewel Sem de hele tijd roept dat ze gewoon rustig aan mag doen. Als ze bij een stukje komt waar van bielzen een brug is gemaakt naar de volgende boom, gaat het bijna fout. Omdat Tess het zo graag snel wil doen, stapt ze mis en glijd ze weg. Gelukkig doet de zekering zijn werk en kan ze zichzelf zo weer ophijsen. Maar haar hart zit in haar keel en ze schaamt zich rot voor Sem. Aan het einde van de route is er een tokkelbaan naar beneden, het leukste van alles vindt Tess. Maar net als ze haar zekeringen heeft vastgeklikt, hoort Tess een afgrijselijke gil. Suus, weet Tess gelijk. Verschrikt kijkt ze naar Sem die al weer achter haar staat. “Snel naar beneden”, commandeert hij. Met topsnelheid roetsjt Tess naar de grond, ze koppelt haar zekeringen los en kijkt om zich heen.

Haar hart klopt in haar keel, ze had met Suus mee moeten gaan. Ze wist dat ze hoogtevrees had. Waar kwam de gil vandaan? Binnen drie seconden staat Sem naast haar. “Kom die kant op!”, zegt hij en hij wijst naar links. Samen rennen ze naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Al snel ziet Tess twee medewerkers van de klimbaan op hun hurken bij iemand zitten. Doordat Amy en Nola er ook bij staan kan Tess niet gelijk het hoofd van Suus zien. Als ze maar niet bewusteloos is, flitst het door Tess hoofd. Ze versnelt haar pas. “Suus”, roept ze. Suus ligt met haar ogen dicht, terwijl de twee medewerkers bij haar zitten. Tess kijkt doodsbang. “Suus”, zegt Tess bijna huilend als ze dichtbij gekomen is.

Suus opent haar ogen: “Het gaat wel hoor”, zegt ze geruststellend, “alleen een beetje pijn aan mijn voet. Maar ik moet van deze mannen rustig blijven liggen.” Met haar hand gebaart ze naar de twee medewerkers. “Waarschijnlijk gekneusd”, vertellen de mannen tegen Eva en Bram die ook op de plek des onheils gearriveerd zijn. “Wat is er gebeurd?”, vraagt Bram. “Ik vergat af te remmen bij het tokkelen, dus knalde ik keihard tegen die boom.”

Suus wijst naar boom waaraan het einde van de tokkelbaan is bevestigd. “Mijn voet ving de klap op”, legt ze uit. “We gaan even langs de dokter”, besluit Bram. Samen met een van de medewerkers, die ondertussen heeft vastgesteld dat Suus verder geen letsel heeft, hijst hij Suus overeind. Hinkend hipt ze naar de auto. “Blijf jij maar hier hoor”, zegt ze tegen Tess die al aanstalten maakt om op de bijrijdersstoel te gaan zitten. “Dit klimmen vind je het allerleukste van de hele reis, dat hoef je voor mij niet te laten.” “Maar ik laat je toch niet alleen gaan”, zegt Tess. “Ik ga wel mee”, zegt Nick plotseling en hij neemt Suus over van de medewerker.

Samen met Bram installeert hij haar voorzichtig op de achterbank. Tess lacht: “Prima! Succes Susie”, zegt ze en ze geeft haar vriendin een knuffel. “Bel me als je me toch nodig hebt.” “Maak je geen zorgen”, grapt Nick, “ik zal goed voor haar zorgen.” Als de auto wegrijdt, zwaait Tess hen na. “Eerst maar even bijkomen?”, vraagt Sem. Hij geeft haar een blikje cola uit de koeltas van Eva en ploft neer op de dichtstbijzijnde picknickbank. “Straks doen we wel een lagere route hoor”, zegt Tess die toch wel is geschrokken van het voorval.

Net als Tess en Sem weer naar de klimbaan willen lopen, gaat Tess telefoon af. ‘Suus’ ziet Tess op het schermpje staan. Ze neemt op en zet hem op luidspreker zodat Sem, die verbaasd naast haar staat, het ook kan horen. “Ik heb je nodig”, zegt Suus. “Waarvoor?”, vraagt Tess verschrikt. “Omdat ik je altijd beloofd heb, dat jij de eerste bent die dit mag weten.” Tess fronst haar wenkbrauwen en kijkt vragend naar Sem, maar die kijkt al net zo vragend terug. “Wat dan?” “Nick heeft net toen Bram en de dokter even in een ander kamertje in gesprek waren, gevraagd of ik zijn vriendin wil zijn!”

Haar geluk is zelfs door de telefoon heen te horen. “Aaah gefeliciteerd!”, roept Tess blij, “wat leuk!” “Thank you”, zegt Suus lachend. “En ik zie je vanavond weer bij de kampeerplek, want m’n voet is alleen maar licht gekneusd.” Tess is opgelucht: “Ik wil alles weten als je straks terug bent.” “Tuurlijk”, zegt Suus, “maar nu moet ik ophangen, want de dokter komt weer binnen.” ”Doeg!” Als Tess haar telefoon heeft uitgedrukt, kijkt Sem haar lachend aan. “Ik zei het toch”, zegt hij. Nu wij nog, denkt Tess, maar ze kan het gelukkig nog net inhouden. “Je had helemaal gelijk”, zegt ze, “en nu nog snel die route klimmen.”

Hoofdstuk 6

’s Avonds is het tijd voor een kampvuur. Suus is ondertussen weer gearriveerd. Ze zit horizontaal op het bankje van een picknicktafel, zodat haar voet daarop kan rusten. Tess kijkt vanaf een afstandje toe terwijl ze bij de afwasbakken staat. Ze heeft de corveetaak van Suus overgenomen. En staat nu samen met Lauren de vaat te doen. “Het ziet er echt gezellig uit he! Ik vind het hier zo heerlijk!”, mijmert Lauren. “Puur genieten!”, bevestigt Tess terwijl ze een stapel bestek afdroogt. Wanneer ze even later richting het kampvuur lopen, voelt Tess een rukje aan haar arm. Als ze omkijkt ziet ze dat het Ilse is. “Ik wil even iets tegen je zeggen”, zegt ze. Het valt Tess op dat ze een zenuwachtige uitdrukking op haar gezicht heeft. Tess twijfelt eve. Ze heeft zin om lekker warm bij het kampvuur te zitten, maar het smekende gezicht van Ilse laat haar staan. Ze is ook wel nieuwsgierig wat ze te zeggen heeft. “Ik loop alvast door hoor”, zegt Lauren en loopt weg.

“Ikke uuhm sorry”, zegt Ilse, “omdat ik Sem van je af probeerde te pakken.” Tess kijkt haar stomverbaasd aan, verward door deze plotselinge schuldbekentis. “Het is, het kwam”, stamelt Ilse. “Excuses aanvaard hoor”, zegt Tess en wil al verder lopen. “Nee, je moet weten waarom”, zegt Ilse en houdt Tess tegen. “Een week voordat onze reis begon, maakte mijn vriend onze relatie uit. Hij wilde niet aan me vast zitten tijdens de zomer, zei hij. Ik was er kapot van en kon het niet loslaten. Toen ik zag hoe Sem naar jou keek, was ik jaloers. En deed ik stomme dingen. Sorry…” De tranen staan in Ilse’s ogen. Tess kijkt naar Ilse, ze staat daar als een zielig hoopje mens en Tess voelt een steek van medelijden. “Aah meid, het geeft niet”, zegt ze en slaat haar armen om Ilse heen.

Als Ilse weer wat rustiger is, vraagt Tess zich nog een ding af: “Waarom vertel je dit eigenlijk nu?” Ilse kijkt haar weer aan: “Ik zag hoe bezorgd hij was om jou op de klimbaan na het ongeluk van Suus. Hij week niet van je zijde. En ook hoe hij je hielp bij die laatste route. Ineens besefte ik waar ik eigenlijk mee bezig was.” Tess glimlacht als ze terugdenkt aan de laatste klimroute die ze samen met Sem had geklommen. Ze was wat banger geweest door het ongeluk van Suus en haar benen hadden getrild. Maar Sem had haar geholpen. Hij zei telkens  waar ze haar voeten moest neerzetten en hij had haar een hand gegeven als ze niet verder durfde. “Het is goed”, zegt Tess tegen Ilse. “Dankjewel voor je excuses.” “Jij ook bedankt Tess”, zegt Ilse. “Kom!”, roept Suus ineens naar Tess, “het is tijd voor marshmallows.”

Even later luistert Tess naar Suus die vertelt over haar ziekenhuisbezoekje en het moment dat Nick haar vroeg. Terwijl Suus vertelt, kijkt ze af en toe even naar Nick die naast haar op de picknicktafel zit en nonchalant een arm om haar heen heeft geslagen. Tess grinnikt als ze terugdenkt aan het moment dat Suus en Nick de auto uit waren gekomen en de hele groep voor hen had gejuicht en geklapt. Tess had Suus nog nooit zo rood gezien, maar Nick had gelachen en bij wijze van overwinningsteken een vuist in de lucht gestoken en meegejoeld. Ze kijkt over het kampvuur naar de andere kant.

Daar zit Sem, naast hem zit Jonathan die met dramatische bewegingen en veel gelach een verhaal tegen hem verteld. Sem lijkt maar half te luisteren en staart afwezig in het vuur. Plotseling kijkt hij Tess aan, ze glimlacht en hij knipoogt. Jonathan heeft blijkbaar niks door, want hij roept verontwaardigd als Sem plotseling opstaat en richting Tess loopt. Tess schuift een stukje op zodat Sem naast haar op de boomstronk, die dienstdoet als bankje, kan komen zitten. Maar hij blijft achter haar staan. Als Tess omhoog kijkt, knikt hij met zijn hoofd dat ze mee moet lopen.

Tess staat op en loopt met hem mee. Op een heuveltje onder een grote dennenboom, net buiten het zicht van de groep staat Sem stil. Het is schemerig en al bijna helemaal donker. Op de achtergrond is nog zacht geroezemoes van andere campinggasten te horen. Sem kijkt Tess aan: “Je ziet er mooi uit”. “Thanks”, zegt Tess glimlachend. Ze kijkt naar haar blote voeten. Sem grinnikt: “Je outfit was nog beter geweest met hakken.” Tess lacht om de herinnering aan het schoolgala. Ze kijkt Sem aan. Ineens is daar wie die lichte spanning. Sem zet een stap dichter bij haar, met zijn hand pakt hij weer zachtjes de bovenkant van haar arm, zijn andere hand legt hij in haar nek.  En dit keer is er geen Suus die het betoverende moment verbreekt…

Foto: Nienke van Denderen