Joëlle bakt kerstkoekjes

Het is bijna kerst! Staat bij jullie de kerstboom al? Ik heb de mijne al gelijk op Eerste Advent neergezet.  Mijn ouders hebben altijd kerstkransjes in de kerstboom en het was altijd een sport om na de kerst dat vergeten chocoladekransje in de boom te vinden. Maar dit jaar hang ik kerstkoekjes in m’n boompje! Deze kerstkoekjes versier ik met glazuur zodat ze een mooi kleurtje krijgen.

Koekjes bakken
1. Mix de boter en de suiker ongeveer 5 minuutjes
2. Voeg het ei toe en meng het goed
3. Zet deeghaken op je mixer en voeg lepel voor lepel de bloem toe.
4. Maak een bol van het deeg en verpak het in vershoudfolie.  Leg het deeg minimaal een uur (maar liever langer) in de koelkast te rusten.

Even pauze! Je kunt nu al vast aan de icing beginnen waarvan het recept hieronder staat.

5. Strooi bloem op je werkblad en bebloem ook de deegroller
6. Neem het koekjesdeeg uit de koelkast, verwijder het folie en rol het uit tot een lap van ongeveer 4 – 6 mm dik. Gebruik gerust extra bloem om te voorkomen dat  je deeg blijft plakken.
7. Steek koekjes uit in leuke vormpjes. Ik maakte kerstkoekjes en gebruikte dus sterren, kerstbomen en sneeuwmannen.


8. Plaats koekjes die even groot zijn bij elkaar op een bakplaat en bak ze op 180°C in 10 minuutjes af. Heb je kleine koekjes? Bak ze dan 8 minuten.  Laat de koekjes goed afkoelen voor je gaat versieren.

Icing
De koekjes versierde ik met royal icing. Dit is glazuur (zoals op tompoezen) maar dan met eiwit. Hierdoor wordt het glazuur mooi hard.

Icing maken
1. Klop het eiwit stijf
2. Voeg lepel voor lepel de poedersuiker toe
3. Voeg de citroensap toe

Voor de koekjes hebben we dikke icing en dunne icing nodig. Met de dikke icing trek je een lijntje op het koekje. Met de dunne kleur je het koekje in. De dikke hebben we net gemaakt. Nu is het tijd om de icing te gaan kleuren.  Hiervoor heb je nodig:

    • Levensmiddelen kleurstof
    • Net zo veel schaaltjes als kleurtjes
    • En net zo veel lepeltjes

Let op: icing droogt heel snel uit. Dek daarom telkens als je de icing even niet gebruikt je bak of schaaltje af met een schone, natte vaatdoek. Hierdoor komt er geen zuurstof bij!

1. Doe een deel van de icing  in een schaaltje
2. Voeg een druppel levensmiddelenkleurstof toe. Roer goed. Voeg kleurstof per drupje toe tot de kleur naar je zin is.
3. Schep een deel van de gekleurde icing in een spuitzak. Tip: van die schepsnoepzakken werken erg goed! Of koop wegwerpzakken bij een kook- of bakwinkel. Knip voorzichtig een klein puntje van de spuitzak af (als je snoepzakken gebruikt), zo groot wordt het gaatje waaruit het lijntje zo komt.
4. Doe een paar druppels water bij de resterende icing in het gekleurde schaaltje en roer even goed. Dit is dunne icing. Dek ook deze goed af met een natte vaatdoek.
5. Herhaal deze stappen in verschillende schaaltjes voor alle kleurtjes icing.

Koekjes versieren
Na al het voorwerk kun je nu eindelijk je koekjes gaan versieren! Spuit een lijntje met dikke icing op je koekje, zoals op de foto met de kerstboom. Laat dit even drogen, de icing ziet er dan matter uit. 10 minuutjes is genoeg. Neem vervolgens een klein theelepeltje icing en druppel dit voorzichtig binnen het lijntje. Verdeel de dunne icing over je koekje met een cocktail prikkertje. Als ‘ie helemaal gevuld is kun je met de dikke icing nog wat verder versieren, zoals lijntjes trekken en stipjes zetten.  Als je met je cocktailprikkertje voorzichtig door de natte icing op het koekje roert of trekt ontstaat er een leuk marmer effect. Die zie je op het gevulde kerstboompje.

Laat de koekjes minimaal een dag drogen voordat je ze kunt opstapelen in de koektrommel.

Let op: van rauw eiwit kunnen zwangere vrouwen, oude mensen en kleine kinderen makkelijker ziek worden dan andere mensen . Je kunt het eiwit vervangen voor eiwit gemaakt van eiwitpoeder uit de bakwinkel als je zeker wilt weten dat het veilig is.

Ik heb voor het bakken al gaatjes in mijn koekjes gemaakt zodat ik ze kan ophangen in de kerstboom. Wat voor koekjes ga jij maken?