Ik liet mijn haar doneren…

Al een paar jaar lang had ik ‘haar doneren’ op mijn bucket list staan. Toen ik afgelopen winter voor de grap mat hoe lang mijn haar was en het lang genoeg bleek te zijn, besloot ik direct een afspraak te maken. Dat pakte niet uit zoals verwacht… In deze blog lees je hoe ik het heb ervaren. 

Disclaimer: ik wil je in deze blog niet overhalen om je haar wel of niet te doneren. Ieders ervaring is anders 😊 

Mijn redenen 

Je haar doneren is iets wat je meestal niet zomaar doet. Ik dus ook niet. Mijn belangrijkste reden was om iemand anders blij te maken met mijn haar. Ik liet mijn haar elke zomer zo’n 15 centimeter korter knippen omdat ik dat fijner vond met warm weer. Mijn gedachte: als ik dat nu eens niet deed, maar het wat langer opspaarde, kon iemand anders van mijn haar genieten.  

Daarnaast was ik wel benieuwd hoe halflang haar me zou staan. Tegenwoordig zie ik steeds meer meiden met kort haar en dat vind ik best gaaf staan. Het leek me ook praktisch. Want ik vond mijn lange, dikke haar mooi, maar het kostte wel veel werk aan verzorging.  

Mijn ervaring 

Ik vond het eigenlijk helemaal niet spannend om het af te laten knippen. Ik had uitgerekend dat mijn haar na de knipbeurt nog net tot op mijn schouder zou vallen. Daarna heb ik heel veel schouderlengte kapsels op Pinterest opgezocht. Na een nauwkeurige selectie bleven er twee foto’s over die weerspiegelden hoe ik het graag geknipt wilde hebben.  

Dus ik zat daar heel relaxt in de kappersstoel. Ik had de foto’s aan de kapster laten zien, de vlechten werden gemaakt… Dit ging goedkomen, dacht ik. De vlechten werden één voor één afgeknipt. Toen ik mijn afgeknipte vlechten zag, had ik er vrede mee. Ze zouden goed terechtkomen. Ook was ik tevreden met de lengte die nog overbleef. De kapster moest het nog wel even in model knippen. So far, so good… 

En toen kwam ik thuis. Op het moment dat de kapster het eindresultaat had laten zien, had ik al een vermoeden dat het anders was geworden dan verwacht. Maar toen ik mezelf thuis in de spiegel aanstaarde, zag ik het pas goed. Dit was níet wat ik voor ogen had. Ik vond mijn haar niet meer mooi. Maar wat nog vervelender was: het voelde alsof er een ander persoon naar me terug staarde. 

Wat ik ervan leerde 

Het doneren leverde mij een teleurstelling op. Het model was heel anders geknipt dan ik wilde (wat ik de kapster niet kwalijk neem). De dagen erna was ik heel onzeker over mijn uiterlijk. Ik wilde mezelf het liefst verstoppen. De spiegel probeerde ik te vermijden. Ik probeerde de knop om te zetten en het te accepteren. Ik moest me niet aanstellen! Maar ik baalde wel enorm… 

Ondertussen wordt mijn haar weer langer en vind ik steeds meer nieuwe manieren om het leuk te stylen. Ook zie ik nu dat deze ‘mislukking’ me een mooi inzicht gaf. Het was een soort reality check. De waarde die ik onbewust aan mijn haar had gegeven, werd pas duidelijk nadat het was afgeknipt. Vroeger dacht ik echt niet dat ik identiteit in mijn haar had liggen. Maar toen het (deels) weg was, merkte ik dat ik het lastiger vond om van mezelf te houden. Terwijl dat zo niet nodig hoeft te zijn! Ik mag van mezelf houden zoals God van mij houdt: onvoorwaardelijk veel. Met kort, lang of zelfs helemaal zonder haar.  

Foto door Tamara Bellis via Unsplash