Levenslesje #7 – Goed doen

Hoe vaak loop jij iemand voorbij en denk je: gemiste kans? Je kent het gezegde misschien wel: het zijn de kleine dingen die het doen. En ik begin steeds meer te geloven dat dat ook zo is. Veel meiden vinden het lastig: hoe ben je christen?? Je zit op een ROC met allemaal mensen die niet geloven. Of je gaat naar korfbal en er worden je vragen gesteld.

Ik vraag het me ook weleens af. Ik woon naast een tippelzone en kan er niet voorbij rijden of lopen zonder misselijk te worden of tranen in mijn ogen te krijgen. Ik trek het me aan dat dit naast mijn huis gebeurt. Maar ik weet ook dat ik niet de hele wereld op mijn schouders kan nemen. Daarom vraag ik regelmatig aan God: Wat moet ik doen, Heer. Wat kán ik doen?

Gemiste kansen

Afgelopen zondagmiddag liep ik mijn vaste hardlooprondje. Bijna aangekomen bij mijn huis zat op een bankje aan het water een man zich op te maken. Ja, er lopen ook travestieten (mannen verkleed als vrouw) op de tippelzone. Ik keek. En liep door. Eerder die middag was ik op weg naar vrienden een vrouw gepasseerd die met een zware boodschappentas liep. Ik bedenk me zelf vaak als ik dat doe: wat zou het toch fijn zijn als iemand gewoon zou zeggen: ik help je even. Maar ik liep door.

Uithijgend bedacht ik me dat ik die dag twee belangrijke kansen had laten liggen. Ik had op het bankje naast de man moeten gaan zitten en misschien alleen maar moeten glimlachen. En ik had die tas van die vrouw moeten dragen. Ik schaamde me. Open de ogen van mijn hart, Heer. Dat gaat hierover. Dat je leert met je hart te kijken, naar wat mensen nodig hebben. Ze hebben JOU nodig. Je liefde. Je aardige blik. Je glimlach. Je helpende hand. Dat is alles.