Boekrecensie: Papieren paradijs – Marlies Medema

Tabitha las Papieren paradijs van Marlies Medema. In deze blog deelt ze haar mening!

Korte samenvatting

Anna is via een gearrangeerd huwelijk getrouwd met de welvarende dominee Arend van den Brandhof. Ze moet haar dromen de rug toe keren, terwijl ze wordt meegesleurd in de beslissingen van haar man. Als haar ambitieuze echtgenoot weinig toekomst meer ziet in het wonen in Nederland, maakt hij plannen om een plantage te stichten in Suriname. In de jaren van voorbereiding kan niets en niemand hem van zijn plan afbrengen. Zo ook Anna niet. Ze wordt gedwongen haar angsten te overwinnen en de oceaan over te steken. Niets blijkt wat het is. Suriname is een en al wildernis. Terwijl Anna wordt geconfronteerd met teleurstelling, oude pijnen en ziekten moet ze er het beste van maken in het exotische Suriname.

Schrijfster

Marlies Medema is bekend is als eindredacteur van Eva. Met het boek Papieren paradijs heeft ze zich een weg gebaand tot schrijfster.

Hier kun je het interview bekijken met de schrijfster.

Marlies stuitte op het verhaal van een vrouw genaamd Anna Pannekoek. Anna leefde in het begin van de 19e eeuw en is in 1845 met tegenzin naar exotisch Suriname geëmigreerd met haar gezin. Haar man, dominee Arend van den Brandhof, was van plan om een plantage te stichten, waar boeren op een eerlijke manier producten zouden kunnen verbouwen voor de rest van de bevolking. Marlies wilde deze vrouw een gezicht geven door een boek over haar te schrijven en ons als lezer een kijkje te geven in het leven van deze domineesvrouw. Geschreven in de tijdsgeest van toen en getrouw gebleven aan de historische feiten.

Een stukje Papieren paradijs

Suriname. Fluisterend proef ik het woord om mijn tong. De lettergrepen dansen een beetje en laten een bittere smaak achter. Wat is Arend van plan? Ik stampvoet naar de keuken, grijp de schaal met oliebollen, een fles kruidenbitter en twee kristallen glazen, smijt ze op een dienblad en marcheer Arends werkkamer in. Met een klap zet ik het dienblad op tafel. ‘Zo. Jullie zullen wel toe zijn aan wat versterking na ruim vier uur praten.’ De glazen rinkelen tegen elkaar in een ongewenste toost. Twee opverende hoofden. Dirk wat geschrokken, Arend zoals altijd met de kalmte van een koude winterdag. Geen zweem van verontschuldiging over een gemiste jaarwisseling. Slechts één blik, om mijn jurk. ‘Je bent vies.’

‘Ik heb geschoten. Op straat, met de buren. Mocht het langs je heen zijn gegaan: we leven sinds kort in het jaar 1840.’ ‘Daar hebben we een paar uur geleden een dankdienst voor gehad, ja. Wil je de deur weer achter je dichtdoen als je naar boven gaat?’ Arends wil is wet. In de zeventien jaar dat we nu met elkaar getrouwd zijn, rekent hij er steevast op dat zijn omgeving met eenzelfde aandacht naar hem luistert als wanneer hij ’s zondags op de kansel staat. Maar wat ik hem zojuist heb horen zeggen, is te belangrijk om te negeren. ‘Wacht even.’ Ik steek mijn kin naar voren.

‘Wat waren jullie met elkaar aan het bespreken?’ ‘Niets wat jou aangaat.’ Zijn ogen dirigeren me nogmaals naar de gang achter me. Ik herinner me de laatste keer dat ik de moed had om tegen hem in te gaan. ‘Anna,’ zei hij toen hoofdschuddend, ‘voor we trouwden, vond ik de manier waarop je je stekels kunt opzetten wel amusant. Maar je begrijpt natuurlijk wel dat je daar niet mee door kunt blijven gaan, als je als domineesvrouw serieus genomen wilt worden.’ Hij klopte op mijn arm alsof hij een nerveus dier geruststelde. Even vond ik het jammer dat ik geen egel was. ‘Ik hoorde het woord Suriname vallen. Wat willen jullie daar gaan doen?’

Mijn mening

De kaft van Papieren paradijs nodigde me al uit om het te lezen. De titel vond ik ook erg pakkend. (Na het lezen van het boek kom je achter de dubbelzinnigheid ervan.)  Toch moest ik in het begin erg wennen aan het boek. Ik heb normaal de voorkeur voor het hij/zij-vertelperspectief en het schrijven in verleden tijd. Dit boek was juist in het ik-perspectief in tegenwoordige tijd geschreven. Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik na een paar hoofdstukken meer in het verhaal begon te zitten en het vertelperspectief niet zo storend meer voor me was.

Sterker nog, na een tijdje associeerde ik me zo met de hoofdpersoon Anna, dat ik een knoop in mijn maag kreeg en een lichte voorstelling kon maken van wat zij gevoeld moest hebben. Het was voor mij geen boek over hoe een vrouw leefde, maar meer over hoe zij het probeerde te overleven. Marlies Medema laat je meekijken in een stukje geschiedenis waarin onder andere slavernij nog een feit was. Ze laat je door de ogen van Anna Pannekoek kijken, die verschillende ontberingen ondergaat. Een vlot geschreven boek dat maakte dat ik mijn ogen niet droog kon houden. In het interview onder de bovenstaande link, vertelt Marlies dat ze al aan een nieuw boek begonnen is. Ik ben benieuwd!

Photo by Matias North on Unsplash